Tinder
“Zou je het infuus op deze kamer even voor me willen terugzetten naar een halve liter?”, antwoordt een collega op mijn vraag of ik haar ergens mee kan helpen. Ik ben niet de eerste die haar tijdens deze drukke dienst hulp aanbiedt, blijkt zodra ik op de patiëntenkamer kom. “Ik bof”, zegt dhr. N., “je bent al de vierde verpleegkundige die ik aan mijn bed krijg vandaag.” Gekscherend voegt hij er voor zijn familieleden aan toe dat hij elke ochtend een map krijgt met foto’s van alle aanwezige verpleegkundigen en dat hij op die manier kan aangeven wie er op zijn kamer mogen komen. Even vraag ik mij af hoe ik moet reageren. Ik besluit het spelletje mee te spelen. “Dan weet u nog niet dat wij ook zo’n map hebben”, zeg ik. “Pas als er een match is, komt die verpleegkundige ook daadwerkelijk. Het werkt eigenlijk net als (de datingapp) Tinder.”
Dit soort gesprekjes, waarmee je mensen even af kunt leiden van de vaak harde realiteit en van het zich moeten overgeven aan de gang van zaken in een ziekenhuis, vormen voor mij een belangrijk deel van mijn werkplezier. Waar ik tijdens mijn opleiding geen genoeg kreeg van het leren inbrengen van sondes, katheters en infusen, merkte ik tijdens mijn eerste jaren als zelfstandig verpleegkundige dat ik het begeleiden van patiënten in het omgaan met de gevolgen van hun ziekte, een minstens zo belangrijke taak vind. Dit begeleiden kan variëren van een tip om misselijkheid te voorkomen tot een gesprek over belangrijke levensvragen of, zoals die dag bleek, een lolletje over Tinder.
“Hoe zit dat dan met patiënten voor wie er geen match is?”, vraagt dhr. N. “Tja, die krijgen gewoon een dagje geen zorg”, zeg ik. Lachend fantaseren we nog even verder. Natuurlijk is dit een grapje, maar toch, een enkele keer doet zich de situatie voor dat je als verpleegkundige liever niet (langer) voor een bepaalde patiënt wil zorgen. Omdat de patiënt ‘in je allergie zit’ (grrrr, ik noem geen voorbeelden). Omdat de situatie zo droevig of schrijnend is, dat je het te veel energie kost om er continu bij betrokken te zijn (overigens, een knappe verpleegkundige die dat kan onderkennen!). Of omdat er simpelweg geen goede klik is tussen jullie. Andersom komt het natuurlijk voor dat een patiënt een bepaalde verpleegkundige liever niet meer aan zijn of haar bed heeft. Omdat diegene je te veel betuttelt, of juist op strenge toon eens even orde op zaken wil stellen (hup uit bed, douchen, eten!), terwijl dat in jouw optiek nog net een brug te ver is. Ook kan het dat je als patiënt geen vertrouwen hebt in de vakbekwaamheid van een bepaalde verpleegkundige. Terecht of onterecht, maar een veilig gevoel geeft het niet. Breng dat maar eens ter sprake.
Gelukkig is er veelal genoeg ruimte om met elkaar tot een goede oplossing te komen. Mocht dat in de toekomst echter een keertje niet lukken, dan is zo’n map geen gek idee. Daarmee swipe je die nare patiënt zo à la Tinder naar links en een ander naar rechts (links is nope, rechts is like). En laat je collega’s en de patiënten dat ook doen. Ik weet zeker dat er voor iedereen wel een match uitkomt.
Rixt Bode
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.