De wijkverpleegkundige in 2020: competentiegebieden
Als wijkverpleegkundige ben je de spil in de wijk als het gaat om het verbinden van zorg, wonen en welzijn. Je houdt je bezig met curatieve zorg, maar ook met preventie van ziekte en bevordering van gezondheid – voor zowel de individuele cliënt als voor de wijk waarin je werkzaam bent. De rollen en verantwoordelijkheden zijn samengevat in het CanMEDS-model.
Wijkverpleging is gericht op het versterken van de mogelijkheden van cliënten. Dit betekent dat de wijkverpleging samen met de cliënt op zoek gaat naar oplossingen die bijdragen aan het behouden en versterken van de eigen regie, de zelfredzaamheid en de zorgonafhankelijkheid van de cliënt.
Die oplossingen gaan lang niet altijd over de inzet van zorghandelingen. Ze gaan veelal over samenwerken. Dit vraagt van de wijkverpleging dat zij in staat is om de visie te vertalen naar het dagelijks denken en doen. Het verpleegkundig proces en het klinisch redeneren spelen hierbij een essentiële rol.
Competenties
Het CanMEDS-model beschrijft de competenties die je nodig hebt om je werk als wijkverpleegkundige goed te kunnen doen. CanMEDS staat voor Canadian Medical Education Directions for Specialists. Dit is een internationaal geaccepteerd model voor het beschrijven van competenties voor professionals in de zorg. De onderstaande zeven verschillende CanMEDS-rollen zijn landelijk vastgesteld en maken onderdeel uit van het beroepsprofiel van de hbo-verpleegkundige. Als wijkverpleegkundige vervul je meer en meer de rol van gezondheidsbevorderaar.
1. Gezondheidsbevorderaar
In de maatschappij verschuift de aandacht van ‘zorg en ziekte’ naar ‘gedrag en gezondheid’ en naar ‘mens en maatschappij’. Je bent als wijkverpleegkundige steeds meer bezig met het bevorderen van de gezondheid van mensen, waarbij de wens van de cliënt voorop staat. Vanuit deze rol beïnvloed je de leefstijl en het gezond gedrag van burgers en cliënten.
2. Zorgverlener
Je onderzoekt welke vragen en problemen een cliënt heeft en waartoe hij of zij zelf in staat is. Je achterhaalt wat belangrijk is voor cliënten. Als zij zo lang mogelijk kunnen (blijven) doen wat zij belangrijk vinden, blijven ze gezonder. Kijk daarbij naar de lichamelijke gezondheid, de sociale redzaamheid, het geestelijk welzijn en de woon- en leefomgeving van de cliënt. Vervolgens stel je vast welke wijkverpleegkundige zorg nodig is. In samenwerking met andere zorgprofessionals richt je het verpleegkundig proces in en geef je daar vorm aan. Het betekent ook dat je als wijkverpleegkundige zelf af en toe de zorg verleent. Hoog complexe zorg vraagt om een ander deskundigheidsniveau. Het is aan de wijkverpleegkundige om te beoordelen wie zij daarvoor inzet en of ze deze zorg zelf of samen met haar team verleent.
3. Communicator
Je kijkt welke informatie iemand in zijn of haar ziekteproces nodig heeft. Je houdt in je communicatie rekening met culturele achtergrond, taalbeheersing, begripsniveau en draagkracht van de cliënt en zijn of haar naasten. ‘Communiceren op maat’ staat hierbij centraal. Je past technologische zorgondersteuning toe en biedt zorg op afstand (e-health) als aanvulling op het persoonlijk contact met de cliënt.
4. Samenwerkingspartner
In deze rol werk je samen met de cliënt en zijn of haar naasten. Als wijkverpleegkundige ben je de schakel tussen de cliënt, de familie (mantelzorg) en de verschillende professionals en/of instanties in jouw wijk, regio of gebied. Jij komt bij de cliënt achter de voordeur, je bent toegankelijk (laagdrempelig) en kent de structuren binnen de gezondheidszorg, gemeenten en welzijnsorganisaties. Aan jou de taak ervoor te zorgen dat alle betrokkenen over de juiste informatie beschikken zodat de zorg optimaal kan plaatsvinden.
5. Reflectieve EBP-professional
Als wijkverpleegkundige is het van belang dat je op zoek gaat naar de best beschikbare onderbouwing van je handelen, oftewel evidence-based practice (EBP). Deze kennis pas je toe in de praktijk. Daarnaast werk je mee aan onderzoeken. Zo werk je permanent aan de ontwikkeling van je eigen deskundigheid en aan die van je collega’s.
6. Organisator
De organisator heeft een coördinerende rol rond de cliënten binnen de organisatie. Je hebt daarmee een belangrijke functie waar het gaat om patiëntveiligheid. Hoe duidelijker de taakverdeling en verantwoordelijkheden van de mensen die over de vloer komen, hoe veiliger het is voor de cliënt. Bij het realiseren van patiëntveiligheid is het ook van belang dat je zorgt voor de veiligheid van collega’s. Iedereen moet het bijvoorbeeld gerust durven melden als de zorg en de organisatie rondom een cliënt beter kan. Als organisator ben je in staat om een veilige cultuur te creëren in en met het team waarmee wordt samengewerkt.
7. Professional en kwaliteitsbevorderaar
Je levert zorg die past binnen de geldende wet- en regelgeving. Je onderzoekt systematisch of de zorg die je verleent aan alle kwaliteitseisen voldoet. Waar nodig werk je aan kwaliteitsverbetering. Daarbij vind je het een uitdaging om met mensen te werken en heb je aandacht voor ieder uniek individu.
De wijkverpleegkundige heeft een professionele autonomie, oftewel een onafhankelijke en zelfstandige bevoegdheid als het gaat over het vaststellen van de zorgbehoefte en het indiceren en organiseren van de zorg.
Dit artikel stond eerder op Kundig.nl en is met toestemming overgeplaatst naar het Kennisplatform van de V&VN-afdeling Wijkverpleegkundigen. Oorspronkelijke publicatiedatum: juni 2019. De website Kundig.nl is vanaf 31 maart 2023 niet langer te raadplegen.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.