Dit staat in het Integraal Zorgakkoord over de GGZ
- 27 september 2022
- Nieuwsbericht
- Integraal Zorgakkoord
- V&VN Algemeen
V&VN heeft het Integraal Zorgakkoord (IZA) getekend, een samenwerkingsplan dat tussen 2023 en 2026 moet zorgen voor meer passende, preventiegerichte, duurzame en gedigitaliseerde zorg in ons land. Maar wat betekent het IZA voor de GGZ-zorgprofessional? Bestuurslid Jaap Kappert en verpleegkundig specialist GGZ Ronald Touw beantwoorden in een korte serie vragen hierover.
Wordt in het akkoord geld vrijgemaakt voor de geestelijke gezondheidszorg?
“Ja, het GGZ-budget is hierin voor dit jaar opwaarts bijgesteld met 180 miljoen euro naar 4625 miljoen euro. Dat neemt elk jaar toe tot 4674 miljoen euro in 2026. En daar bovenop komt in eerste instantie nog 160 miljoen euro aan transformatiegelden.”
Klinkt ingewikkeld. Wat betekent transformatiegeld?
“Dat is geld dat ervoor moet zorgen dat de doelstelling van het akkoord wordt gehaald, namelijk dat de zorg dichter bij huis wordt geleverd en minder (lang) verleend wordt in het ziekenhuis. Voor de GGZ betekent het dat de zorg zodanig anders wordt ingericht dat de wachtlijsten worden aangepakt. Nu is de afspraak dat een behandeling binnen 14 weken na aanmelding start. Als de afspraken in het IZA in alle regio’s worden doorgevoerd én voldoende professionals worden behouden, zal dit stapsgewijs worden verkort naar 5 weken. Essentieel hiervoor is dat wel aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Dat is bijvoorbeeld opzetten van een soort mentaal gezondheidscentrum, waar een patiënt een verkennend gesprek krijgt na verwijzing van de huisarts, om te zorgen dat hij of zij snel de juiste hulp krijgt en te voorkomen dat hij onnodig lang op de wachtlijst staat. Huisartsen en sociaal psychiatrische- en ggz-verpleegkundigen die werken bij de huisartsen hebben nu lange lijsten van patiënten die ze niet kwijt kunnen bij de GGZ. Die mensen hebben soms dringend hulp nodig. Soms hebben ze misschien geen geestelijke hulp, maar andere hulp nodig. In Tilburg bestaat het concept van een verkennend gesprek al. In die mentale gezondheidscentra kan iemand terecht die een andere hulpvraag heeft dan een lichamelijke. Denk aan iemand die somber is vanwege rouw, in de schulden zit of licht psychische klachten heeft. Via dit loket komt een persoon bij de juiste instantie terecht. Het is de verbinding tussen huisartsen, de ggz en instanties in het sociale domein. De expertise van de GGZ-verpleegkundigen is daarbij onontbeerlijk. Die kunnen beoordelen of iemand daadwerkelijk doorverwezen moet worden naar de GGZ. Een goede triage verkort de wachtlijsten voor de GGZ. En dat is essentieel voor diegenen die dringend hulp nodig hebben.”
Staat in IZA dat er geen nieuwe GGZ-verpleegkundigen bij mogen komen?
“Absoluut niet. Het streven is juist om de instroom van het aantal professionals in de directe zorg te laten groeien door op te leiden en ze te behouden. Zeker in de GGZ; er zijn tekorten aan GGZ-verpleegkundigen, tekort sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en tekort verpleegkundig specialisten in de GGZ. Juist daarom zijn in IZA afspraken gemaakt om het werk aantrekkelijker te maken, zoals een kostendekkende stage en minder administratie. Maar ook om echt te doen waarvoor je bent opgeleid; met je vak bezig zijn. In het akkoord staat wel dat voor de gehele zorg geldt dat er niet meer personeel bij kan omdat de zorg dan onbetaalbaar wordt. Daarmee wordt vooral bedoeld dat er geen lagen met managers bij moeten komen. Voor de directe zorg geldt juist: hoe meer hoe beter!”
Waar gaan de budgetten voor de GGZ nog meer heen?
“In IZA staat dat 48 miljoen wordt geïnvesteerd in een verpleegkundige kennisimpuls. Dit geld was er eerst alleen voor de wijkverpleging, nu gaat het onder meer ook naar de GGZ. Dat geld gaat naar onderzoek, nieuwe kwaliteitsstandaarden en richtlijnen. Daar hebben leden van V&VN zelf een stem in. In de GGZ bestaat bijvoorbeeld een regiebehandelaar; dat is het aanspreekpunt voor de patiënt en de familie. De regiebehandelaar coördineert en indiceert. Maar er is nog niet wetenschappelijk onderzocht of ergens vastgelegd hoe je als regiebehandelaar een casus zo goed mogelijk aanpakt. In die richtlijnen wordt beschreven welke aanpak werkt en welke niet of minder. Ook wordt geïnvesteerd in regionale voorzieningen waarin in de avond-, nacht- en weekeinduren de telefoon wordt opgenomen voor vragen aan de GGZ. Huisartsen, de politie of de verpleegkundig specialist op de spoedeisende hulp moeten kunnen overleggen of de patiënt of cliënt bekend is bij de GGZ en bijvoorbeeld medicatie gebruikt.”
Oei, dat klinkt wel privacygevoelig…
“Dat is het ook. GGZ-verpleegkundigen weten overigens ook heel goed om te gaan met gevoelige gegevens. In het IZA is er het streven om zoveel mogelijk dossiers digitaal aan elkaar over te dragen. Zodat de wijkverpleegkundige niet eerst een lijst hoeft in te vullen als een patiënt uit het ziekenhuis komt. Dat klinkt praktisch en logisch. Maar in de geestelijke gezondheidszorg ligt dat toch gevoeliger. Er is de angst dat de data op de een of andere manier tot personen herleidbaar zijn. Cliënten vinden dat een belangrijk punt; V&VN is het daarmee eens. Wij vinden dat de datasystemen kwantitatief en kwalitatief goed en betrouwbaar moeten zijn. V&VN gaat daar als beroepsvereniging ook aan meewerken.
Staat er in het IZA nog iets over de lonen?
"Ja, in het akkoord is ook iets vastgelegd over marktconforme lonen. Om in de zorg een marktconforme loonontwikkeling te kunnen bieden, geeft de overheid ieder jaar een bijdrage voor de loonontwikkeling (OVA). Uit de miljoenennota blijkt dat het om een jaarlijks bedrag van 700 miljoen euro gaat. Op deze manier is het mogelijk voor de aanbieders om de professionals in de zorg een loonontwikkeling te bieden die vergelijkbaar is met de rest van Nederland. Door ondertekening van het IZA beloven zorgverzekeraars deze overheidsbijdrage door te geven aan de werkgevers en zorgaanbieders met wie zij een contract sluiten. De verwachting is dat vakbonden stevig zullen gaan onderhandelen over de lonen in de zorg. Als beroepsvereniging zijn wij hierin geen partij, maar ondersteunen wij de vakbonden uiteraard.”
In het akkoord ligt de nadruk op meer digitale zorg. Kan dat wel in de GGZ?
“In de gezondheidszorg -en zeker de geestelijke gezondheidszorg- draait alles om de klik tussen cliënt en behandelaar. We hebben door de corona-epidemie geleerd dat het soms best een uitkomst is om een digitaal of telefonisch consult te hebben. Die klik kan er ook digitaal zijn, maar altijd moet er de ruimte blijven om elkaar ook fysiek te ontmoeten. Zeker als er kinderen in het spel zijn, of er is sprake van verslaving of verwaarlozing. Door de telefoon kan iemand een mooi verhaal ophangen, maar soms hoef je als behandelaar maar vijf minuten ergens te zijn en dan weet je écht hoe het gaat met de cliënt. Aan alle cliënten wordt vanaf 2023 door alle GGZ-professionals de mogelijkheid geboden om digitale hulp te ontvangen. Dan hebben we het niet alleen over een telefonisch of digitaal consult, maar er zijn ook allerlei e-health modules. Die zijn bedoeld voor mensen met lichtere klachten, zoals beginnende depressiviteit. Kortom: Ja digitaal is belangrijk. Maar alleen zo mogelijk, het moet niet. Alleen als de cliënt dit wil én als de behandelaar denkt dat het verstandig is."
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.