E-health: de tops & flops op een rij

  • 9 september 2019
  • Nieuwsbericht
  • V&VN Algemeen
E-health_6

<strong>Dat e-health-toepassingen een enorme meerwaarde kunnen zijn, maar ook totaal niet kunnen aansluiten bij de praktijk weten veel verpleegkundigen en verzorgenden maar al te goed. We vroegen jullie: welke e-health-toepassingen zijn een daverend succes? En welke mogen direct weer van de werkvloer verdwijnen? De top & flops op een rij.

Tops

  • Medido, een digitale medicijndispenser.
    “Hierdoor krijgt de cliënt zijn eigen regie terug en hoeven we niet meer vier keer per dag langs te komen.”
  • Teleconsult.
    “Patiënten hoeven niet meer naar het ziekenhuis te komen, maar hebben wel contact met de verpleegkundige.”
  • Interactieve robotdieren.
    “Sinds kort werken wij met de interactieve robothond en -kat. Zij verminderen onrust bij de zorgvragers. Familieleden zijn zó tevreden dat ze een eigen hond of kat voor hun vader of moeder aanschaffen!”
  • Het wonddossier binnen het elektronisch zorgdossier.
    “Het monitoren van de wond door middel van een wondassessment werkt zeer effectief.”
  • Incontinentiesensoren.
    “Ze bevorderen de kwaliteit van leven van de bewoner!”
  • Een diabetessensor bij kinderen.
    “Deze kun je op de telefoon aflezen, zodat je veel minder vaak hoeft te prikken.”
  • Beeldbellen.
    “Voor onze doelgroep echt een uitkomst! Zo hebben bewoners contact met familie die ver weg woont.”
  • Medicatieapp.
    “Toen we nog met een papieren aftekenlijst werkten moest je ver terug om te lezen wat een arts of het ziekenhuis had geschreven. Nu kun je dat direct zien.”
  • Een gps-tracker.
    “We hebben een gps-tracker ingezet bij een dementerende cliënt die graag een wandeling maakt, maar soms iets te lang wegblijft. Zo is de cliënt voor de familie toch makkelijk terug te vinden en behoudt de cliënt zijn vrijheid.”
  • Skype.
    “Ik werk in de wijk. Met een zelfredzame cliënt van negentig werd elke avond even contact gezocht via Skype. Hoe was zijn dag verlopen? Prima zorg, in tien minuten tijd. We hebben zo meerdere doelen behaald. Er was zicht op hoe het ging en bijzonderheden werden op tijd gesignaleerd zodat er kon worden ingegrepen wanneer nodig. De man had zijn praatje, maar geen reiskosten en het scheelde tijd.”
  • Slaaprobot Somnox.
    “De slaaprobot werd ingezet bij een cliënt die slecht sliep vanwege een grote wond. Door het slaapgebrek at de cliënt slechter, waardoor de wond niet goed genas. Door het inschakelen van Somnox kon de cliënt beter slapen, werd de cliënt rustiger, ging het eten weer beter en kon de wond goed genezen.”
  • Nightwatch (epilepsiemelder).
    “Ouders slapen rustiger omdat ze niet meer zelf naar mogelijke aanvallen hoeven te luisteren, dat doet het apparaat voor ze.”

Flops

  • Beeldbellen in een kleine wijk.
    “Ik fiets voorbij het huis van de cliënt om op kantoor de cliënt te bellen met beeldzorg. In een kleine wijk heeft het geen meerwaarde!”
  • Cradle, een instrument voor mensen met dementie.
    “Ik kreeg het niet voor elkaar zonder eerst de hele handleiding door te spitten.”
  • Deurapp.
    “De app deed het niet goed, waardoor het juist veel onrust met zich meebracht.”
  • Digitale inschrijving.
    “Om me digitaal in te schrijven voor een cursus, moest ik een blad vol instructies volgen. Dit kostte veel tijd! Het had veel sneller gekund door mijn naam met een pen op een lijst te schrijven.”
  • Geen bereik.
    “Soms hebben we in onze wijk geen bereik, en dan doet niets het!”
  • Medido, een digitale medicijndispenser.
    “Dit werkt niet bij iedereen. Als een cliënt dementie heeft en aan de zakjes gaat trekken, heb je steeds een alarm dat afgaat en ben je terug bij af.”
  • Bewegingssensoren.
    “Tot op de dag van vandaag geven ze ‘vals alarm’. Het wordt al niet meer gemeld bij de leiding, omdat ze niet te repareren zouden zijn. Continu een piepende pieper dus, je hele dienst lang…”
  • Uitgebreide evaluatieformulier.
    “Sommige vragen zijn niet relevant, maar moeten toch worden ingevuld. Anders krijg je een foutmelding en kun je niet verder.”
  • Zorgrobots.
    “Ze zijn niet persoonlijk, tonen geen oprechte interesse.”
  • ECD.
    “Ik ben wel voorstander van het ECD maar er is iets ingevoerd zonder veel overleg met de eindgebruikers. Er is gekozen om te werken met het zorgleefplan, zonder de bijbehorende scholing. Het wordt dus niet gebruikt zoals de bedoeling is. Elk team of locatie vult het anders in. Niet alle mogelijkheden van het ECD zijn deels in gebruik, hierdoor is het niet gebruiksvriendelijk. Zo ontbreekt bij ons de doorkoppeling van de agenda die de cliënt via zijn eigen portaal kan invullen en die van ons. Hierdoor moet de cliënt of familie dit apart doorgeven. Dat geeft irritatie.”
  • Sensoren.
    “Toen ik in het ziekenhuis stage liep, kon er op afstand worden gemeten wat de ademhaling, temperatuur, etc. van een patiënt was. Er was geen goede verbinding met de wifi in elke kamer, de sensoren moesten vaak vervangen worden doordat het materiaal losliet en patiënten konden er niet mee douchen. Er werd één computer in beslag genomen, voor het realtime overzicht van alle metingen. Daardoor was er een computer minder beschikbaar om relevante gegevens op te zoeken of in te voeren. En het was zeer prijzig!”

    Bron: V&VN Magazine #5-2019

    Vanaf begin 2020 kun je reageren op berichten via het nieuwe verenigingsplatform van V&VN. Wil je nu al een reactie kwijt? Praat mee op social media.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)