Richtlijn Osteoporose: drie tips om kans op botontkalking tegen te gaan
- 29 augustus 2024
- Nieuwsbericht
- Richtlijnen en protocollen
- V&VN Algemeen
Voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten is er door V&VN een nieuwe richtlijn over Osteoporose en fractuurpreventie ontwikkeld. Verpleegkundig specialist Marsha van Oostwaard staat aan de wieg ervan. “Hij is lekker concreet met heldere tips én richt zich met name op zorgprofessionals in de wijk.”
Meer dan 1,2 miljoen mensen in ons land hebben osteoporose (botontkalking) en toch is er veel onbekendheid. Er is een medische richtlijn voor de dokters; dan gaat het vooral over de medicijnen die worden voorgeschreven. Maar in de praktijk komen mensen met botontkalking veel meer in contact met verzorgenden en verpleegkundigen. Daarom heb ik in 2018 bij V&VN het initiatief gelanceerd voor het ontwikkelen van een verpleegkundige richtlijn met de bijbehorende zorg in de eerste lijn”, vertelt Van Oostwaard, die zelf werkzaam is in het ziekenhuis op de poli.
Eerste ter wereld
Bewegen, voeding en valpreventie staan centraal in de richtlijn, die ook nog eens de eerste verpleegkundige richtlijn is die het nieuwe kennisinstituut van V&VN geheel zelf heeft ontwikkeld. Van Oostwaard: “En het is naar mijn weten ook de eerste verpleegkundige richtlijn in de wereld over osteoporose.”
1. Motiveer om voldoende te bewegen
Als het gaat om bewegen is het advies aan de zorgprofessional om uit te vragen of de patiënt of cliënt voldoet aan de beweegnorm, legt van Oostwaard uit: “Het gaat om 150 minuten bewegen per week, plus het doen van spierversterkende- of balansoefeningen. Dat is al heel eenvoudig hoor! Een wandeling na het eten of het nemen van de trap heeft een botversterkend effect. Lopen is zó belangrijk vanwege het gewicht dat je op je bot zet. Tegenwoordig wordt veel elektrisch gefietst. Ik zou dat zeker niet laten, maar lóóp er ook bij. Het bot moet voelen dat het wordt gebruikt. Zie je dat je cliënt niet kan bewegen door een ziekte? Schakel een beweegspecialist in voor het zoeken naar een passende beweging.”
Tegenwoordig wordt veel elektrisch gefietst. Ik zou dat zeker niet laten, maar lóóp er ook bij.
2. Adviseer over voeding en supplementen
Kijk ook naar de voeding en of er (met mate) supplementen nodig zijn, wordt gesteld in de richtlijn. Van Oostwaard: “Wat eet jouw patiënt of cliënt aan kaas, melk of andere zuivel? De ervaring is dat patiënten liever hun voeding aanpassen dan een pil nemen tegen osteoporose. Het advies is bijvoorbeeld ruim 1000 mg calcium per dag in te nemen. Je kunt de inname berekenen met de calciummeter van de Osteoporose Vereniging. Ook voldoende vitamine D (zonlicht) is belangrijk; komt je cliënt minstens 30 minuten per dag buiten? Zo niet, adviseer om dat wel te doen of schrijf het voor als supplement als dat niet lukt.”
3. Heb oog voor valpreventie
Valpreventie is een heel belangrijk onderdeel van de richtlijn, stelt de verpleegkundig specialist. “Er zijn zoveel dingen waarop je kunt letten. Liggen er kleedjes los in huis? Hoe loopt jouw cliënt en is het schoeisel slipvast? Als je denkt dat je cliënt niet voldoende ziet of hoort om te anticiperen op een val, kan je adviseren om dit te laten testen.”
Er wordt wel gezegd dat je osteoporose ‘hebt’, alsof het een aandoening is. “Maar het is iets ingewikkelder dan dat”, stelt Van Oostwaard. “Het gaat over de kans op botontkalking. Als je bijvoorbeeld eenmaal een botbreuk hebt, is het risico op nog meer breuken de rest van je leven hoger. Maar je voelt natuurlijk niks van dat verhoogde risico. Het is aan ons, de zorgprofessionals, om patiënten gemotiveerd te houden om te blijven letten op voeding, bewegen en valrisico.”
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.