'Samen brengen we de zorg naar een hoger niveau'

In 2020 zijn de nieuwe beroepsprofielen een feit. Veel ziekenhuizen zijn hier nu al mee bezig. Zo ook het Martini Ziekenhuis in Groningen. Hier werken ze aan het project Functiedifferentiatie, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen. Verpleegkundige Ingrid Hellinga-Kamps: “Ik zie om me heen hbo-verpleegkundigen groeien.”

In mei 2017 is het project gestart op twee afdelingen, waaronder de verpleegafdeling Chirurgie. Ingrid werkt hier al achttien jaar. Inmiddels zijn tien afdelingen bezig met functiedifferentiatie. Het doel: het ziekenhuis klaarstomen voor 2020, als een grote groep regieverpleegkundigen afstudeert en de arbeidsmarkt opgaat. Ingrid: “We begonnen met een grote verandering: werken in teamverband. Waar je eerder overdag als verpleegkundige vijf tot zes patiënten onder je hoede had, werk je nu in een team met twee verpleegkundigen (idealiter hbo- en mbo-opgeleid) en een helpende. Samen ben je verantwoordelijk voor elf patiënten. Het is de bedoeling dat de zorg onderling wordt afgestemd. De hbo-verpleegkundige pakt hierin de regie. Dat er onderscheid wordt gemaakt tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen is een flinke omslag. Er hebben veel gesprekken plaatsgevonden zodat iedereen zijn gevoelens kon uitspreken en zich gehoord voelde. Ook werd er gepraat over verwachtingen. Deze gesprekken werden goed begeleid door ons opleidingsinstituut, de Martini Academie.”

Verwachtingen

Janca van Dijk werkt als hoofd Martini Arbo en projectleider. Ze stond aan de wieg van het project Functiedifferentiatie en vindt de gesprekken met verpleegkundigen heel belangrijk. “Ik krijg het gevoel dat mensen denken dat gezegd wordt: een hbo-verpleegkundige is een betere verpleegkundige voor de patiënt. Dit is niet zo! Al onze verpleegkundigen zijn en blijven topverpleegkundigen, welke opleiding ze ook hebben gedaan. Wij verwachten dan ook niet van hbo-v verpleegkundigen dat ze betere verpleegkundigen zijn aan het bed. Wat we wel verwachten van deze groep is dat ze meer regietaken op zich nemen en klinisch redeneren toepassen in hun werk.”

De angst bij mbo-verpleegkundigen en inservice-opgeleiden dat ze straks bepaalde werkzaamheden niet meer mogen uitvoeren, is volgens Janca onterecht. Hun taken blijven hetzelfde. “Een mbo-verpleegkundige die het leuk vindt om initiatief te nemen, mag dit gewoon blijven doen. Het verschil is dat we dit van een regieverpleegkundige verwachten.” De zorgcoördinatoren in het ziekenhuis krijgen wel te maken met een grote verandering. Janca: “Hun functie verdwijnt met de komst van regieverpleegkundigen. Dit betekent dat zorgcoördinatoren met een mbo- of inservice-opleiding eerst hbo-v moeten doen om een soortgelijke rol te kunnen vervullen.”

Ingrid heeft hbo-v gedaan en werkte de afgelopen tien jaar als zorgcoördinator. Ze ziet wat de verdwijning van die functie doet met haar collega’s met een mbo-achtergrond. “Er was nooit sprake van onderlinge verschillen. Dat je altijd alles hebt gecoördineerd op een afdeling en dit straks niet meer mag doen tenzij je de hbo-v volgt is voor die groep, denk ik, een hard feit.”

Persoonlijke overweging

In het Martini Ziekenhuis krijgt iedereen, ook de zorgcoördinatoren, de kans om hbo-v te doen en zo in aanmerking te komen voor de functie van regieverpleegkundige. De opleiding wordt volledig vergoed in geld en deels in tijd. Inmiddels hebben veertig verpleegkundigen zich aangemeld. De hbo-verpleegkundigen die in aanmerking willen komen voor de nieuwe functie volgen vier aanvullende modules op het gebied van coaching, klinisch redeneren, verpleegkundig leiderschap en evidence based practice. Ingrid is halverwege. “Het is leuk om hier samen mee bezig te zijn en weer geactiveerd te worden.”

Hoewel ze ziet dat de regiefunctie verpleegkundigen veel kansen biedt, heeft Ingrid persoonlijk twijfels bij haar nieuwe rol. “Ik zie om me heen hbo-verpleegkundigen groeien. Ze kunnen toepassen wat ze tijdens hun studie geleerd hebben en brengen zo samen met de mbo-verpleegkundigen de kwaliteit van de zorg naar een hoger niveau. Heel mooi om te zien. Persoonlijk ben ik er niet blij mee dat mijn rol veranderd is. Als zorgcoördinator hield ik me bezig met de planning en de regie van de afdeling en was ik het aanspreekpunt voor de verpleegkundigen. Als regieverpleegkundige draai je gewoon diensten en pak je vooral de regie in de patiëntenzorg. De overstijgende regietaken deel je met de andere regieverpleegkundigen, ongeveer tien per afdeling. Ik haal hier minder energie uit. Ik ben daarom druk bezig met uitzoeken wat ik wil binnen deze functie of breder – binnen het ziekenhuis.”

Dit nieuwsartikel is per december 2019 overgeplaatst van de oude website van V&VN naar de vernieuwde website. Eerder geplaatste reacties komen hiermee te vervallen. Wil je reageren op dit artikel? Praat verder op social media.