‘Social talk levert veel informatie op’
- 2 juli 2024
- V&VN magazine
- V&VN Algemeen
Lucyl Verhoeven (1966) is verpleegkundig specialist longgeneeskunde in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Ze geeft haar patiënten niet alleen medische en verpleegkundige zorg, maar ook psychosociale ondersteuning. “Hoe beter je een patiënt kent, hoe beter je passende zorg kunt geven.”
“In een intakegesprek met een patiënt vraag ik altijd naar de thuissituatie. Want alleen als je weet wat er in iemands leven speelt, kun je meedenken over passende zorg. Ik vraag bijvoorbeeld of mensen alleen zijn, wat ze belangrijk in het leven vinden, wat ze de hele dag doen, of ze huisdieren hebben.
“Het zijn misschien simpele vragen, maar de antwoorden geven mij een belangrijk inkijkje in iemands leven. Bijvoorbeeld of een patiënt alleen woont, of er financiële zorgen zijn, maar ook of ze de soms ingewikkelde bijsluiters van medicijnen wel of niet begrijpen. Als je dat soort dingen weet, kun je soms voorkomen dat iemands gezondheid verder achteruitgaat.
“Als een patiënt bijvoorbeeld medicijnen moet slikken, moet je zeker weten dat die boodschap aankomt. Misschien begrijpt de patiënt het niet. En dan is het goed om te weten of er iemand is die in de gaten kan houden of het goed gaat. Daarom is vragen en nieuwsgierig zijn voor mij de eerste stap als iemand bij mij op het spreekuur komt.”
‘Ik kom zelf uit zo’n gezin’
“Dat geldt natuurlijk voor elke patiënt, maar met name voor patiënten die leven in een achterstandssituatie. Schulden, geen werk, slechte woonomstandigheden en stress zijn belangrijke oorzaken voor gezondheidsproblemen bij deze mensen. Wat als er geen geld is om medicijnen te kopen? Of om met de bus naar het ziekenhuis te gaan? Het klinkt misschien als iets wat in Nederland niet voorkomt, maar helaas geldt dit echt voor sommige mensen.
“Zo was er een keer een mevrouw bij ons op de afdeling die chemotherapie moest ondergaan. Ze wilde niet en probeerde onder de behandeling uit te komen. Ik vind het dan te makkelijk om te denken dat deze patiënt lastig is. Of niet begrijpt dat zo’n behandeling nodig is om beter te worden.
“In een kort gesprekje kwam ik erachter dat ze negen katten had. Die betekenden alles voor haar. Als ze een dag in het ziekenhuis was voor chemotherapie, waren haar katten alleen en kregen ze niet op tijd te eten. Voor deze mevrouw was dat heel belangrijk, belangrijker dan haar behandeling. Gelukkig kon ik een oplossing vinden. Het lukte om iemand te vinden die naar haar huis kon gaan als zij in het ziekenhuis was.
“Ik heb al snel door of mensen uit een achterstandssituatie komen, want ik kom zelf uit zo’n gezin. Ik weet hoe het is om als kind en jongvolwassene ouders met schulden te hebben. Ik weet hoe het is om geen paracetamol te kunnen kopen, of diarree-remmers. Toen ik op het hbo-v zat, had ik geen geld om met de trein naar school te gaan. Ik herken de schaamte en zie de worsteling. Mensen durven niet te zeggen dat er geen geld of mantelzorg is.”
De kracht van zorgprofessionals zit in het afnemen van een anamnese
“Ik geloof heel erg in samenwerken en samen kijken wat we voor een patiënt kunnen doen. Het sociale domein is hierin ontzettend belangrijk. In dat domein zit bijvoorbeeld thuiszorg, maatschappelijk werk, maar ook de Rotary die kan bijspringen. Bij twijfel bel ik de huisarts, of een maatschappelijk werker. Ik vraag of een patiënt die bij ons is aangemeld bij hen bekend is. En als dat zo is, hoe we samen voor die patiënt dingen kunnen gaan regelen.
'Vraag naar de tekeningen achter het bed'
“Ik ben niet alleen verpleegkundig specialist, maar ook centrale opleider voor verpleegkundig specialisten. Het belang van het sociale domein leg ik altijd aan hen uit. Ik hamer erop dat ze moeten beginnen met een heel goede kennismaking. Ik vind dat daar de kracht zit van zorgprofessionals: in het afnemen van een anamnese. En dan niet alleen vragen naar de klachten of gezondheidsproblemen, maar ook wat er verder in het leven van een patiënt gebeurt.
“Het is social talk aan het bed. Als je het bed verschoont, vraag naar de tekeningen die achter het bed hangen. Staat er een foto, vraag daar dan naar. Het kost je geen extra tijd en levert je vaak heel veel op. Ik vertel ook wat er in de praktijk gebeurt, zodat ze zien wat een goed gesprek kan opleveren. En ik leg uit dat ik soms afwijk van hoe een voorlichtingsgesprek volgens het boekje zou moeten gaan.
“Die praktijkvoorbeelden deel ik overigens ook met mijn collega’s. Ik vertel wat ik heb gehoord en heb gezien. Dat werkt beter door met een belerende vinger te wijzen op wat beter kan.”
‘Zijn duiven waren zijn leven’
“Het stellen van goede vragen levert uiteindelijk tijd op. Die intakegesprekken hoeven echt niet langer te duren. Ik ben heel goed in timemanagement. Bovendien heeft ons ziekenhuis een proactief zorgplan. Daarin staan alle belangrijke gegevens. Het geeft weer hoe mensen in het leven staan, de zorg die ze krijgen en die ze zouden willen krijgen als ze achteruitgaan. Dat kan sociale zorg zijn, zingeving of de taal die de patiënt spreekt. En soms moet je een extra stap zetten voor iemand. Ik vind dat heel normaal. De zorg is maatwerk, dus vind ik dat je dat als verpleegkundige moet geven.”
Hij is niet agressief, hij kan zich gewoon niet goed uiten
“Een patiënt had diarree als bijwerking van zijn medicijnen. Hij kon zelf geen diarree-remmers betalen. Toen ben ik gaan rondbellen. Met medewerking van een apotheker konden we diarree-remmers voor deze patiënt regelen. Een andere patiënt had een zeldzame longziekte. Hij kwam hier met tassen vol met zorgbrieven binnenlopen. Hij kon lezen, maar snapte niet wat er in die brieven stond. Ik kan hem dan wegsturen, of rustig met hem gaan zitten.
“Ook bij hem heb ik gekeken hoe ik mensen uit zijn omgeving kon inzetten. Hij had zelf een klein netwerk en kon niet altijd goed uitleggen wat hij bedoelde. Vanuit mijn achtergrond begreep ik hoe ik hem kon aanspreken. Hij had duiven. Die beestjes en de vereniging van duivenmelkers waren zijn leven. Hij meed de zorg omdat hij zijn duiven niet wilde opgeven.
“Ik heb toen zijn zus betrokken bij de behandelingen. En samen met een collega van het sociale domein ging ik op huisbezoek. Zij ondersteunt hem nu. Als deze meneer bij mij op de poli is geweest en bij de longarts, stuur ik de collega’s van het sociale domein een samenvatting. Ik bel ook de huisartsassistente. Dan leg ik uit dat hij aan de balie misschien agressief lijkt, maar gewoon zijn zorgen en onmacht niet goed kan uiten. Zo’n patiënt heeft een aanpak op maat nodig. Dat snapt niet iedereen.”
‘Ik wil zelf ook duidelijke uitleg’
“Zorgprofessionals vinden het soms lastig om uit te leggen wat ze van patiënten verwachten. Het zou mooi zijn als je nadenkt over hoe je het zelf uitgelegd wilt hebben. Als ik iets aan mijn longen zou krijgen, begrijp ik wat er met me is, want het is mijn werk. Maar als er iets met mijn darmen is, is dat voor mij nieuw en wil ik duidelijke uitleg. Zodat ik precies weet wat er met mij aan de hand is en waarom ik iets moet doen of juist niet moet doen. Dat is eigenlijk gewoon wat elke patiënt wil.”
Bron: V&VN Magazine 2-2024 | Tekst: Saskia Smith | Beeld: Frank Ruiter
Gezondheidsverschillen nemen toe
Een ruime meerderheid van de verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten (60%) vindt dat gezondheidsverschillen onder patiënten en cliënten zijn toegenomen. Bijna de helft (45%) heeft minder tijd voor preventie dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit een peiling onder bijna 1.500 leden van V&VN.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.