‘Verzorgenden moeten een vuist maken, juist nu’
- 24 januari 2022
- V&VN magazine
- V&VN Algemeen
Het wordt hoog tijd dat er anders wordt gekeken naar het prachtige vak van verzorgende. Dat vindt het bestuur van V&VN Verzorgenden. Er zijn meer dan 30.000 verzorgenden lid van V&VN. “We zijn met heel veel. Door ons te verenigen kunnen we veel meer bereiken. Verzorgenden moeten overal zichtbaar worden.”
Meepraten in de VVAR en het coronateam, een zwaardere stem in de teams. Betere bescherming van het beroep. Een scholingsbudget voor alle verzorgenden. Het bestuur van V&VN Verzorgenden is ambitieus. Bestuursleden Marita de Kleijne, Hanny de Kleyn en Elly Beunk benadrukken hoe mooi en broodnodig het beroep van verzorgende is. “Er moet anders worden gekeken naar ons prachtige vak.” “Verzorgenden helpen de mensen aan wie ze zorg verlenen om méns te zijn en te blijven. Wij kijken verder dan de ziekte of beperking. We zien de hele mens”, antwoordt Marita op de vraag wat nu precies de definitie van een verzorgende is. De nabijheid is het mooiste aan het vak, vindt Hanny. “We staan dicht bij de patiënt en zijn familie. We hebben veel contact met mantelzorgers, nemen hen mee in de zorg.” Dat iedereen zo geraakt is door het verhaal van Teun Toebes (de verpleegkundige die al een jaar in een verpleeghuis tussen de mensen met dementie woont), snapt Marita wel, maar het maakt haar ook strijdbaar: “Het is belangrijk dat wij als verzorgenden ons vak zélf positief in beeld brengen.”
Verzorgenden zagen het aankomen
“We hebben twee tropenjaren achter de rug en we zitten nog steeds middenin de coronapandemie. Wij zagen als verzorgenden in maart vorig jaar al hoe ontzettend heftig de coronasituatie zou gaan worden. Den Haag heeft veel te weinig aandacht voor de langdurige zorg, waar veel verzorgenden werken. Pas na dikke kranten koppen in De Telegraaf werden ze daar wakker.” Marita benadrukt: “Dat is heel ernstig. En wat is er gedaan aan de personeelstekorten die al vóór corona steeds groter werden? Er is niet geïnvesteerd in lonen, opleidingen, in zeggenschap. Maanden moest er worden gesteggeld over een kleine bonus. We zijn met te weinig. De zorg piept en kraakt. Dat heeft corona pijnlijk duidelijk gemaakt. Het volgende kabinet moet er nu eindelijk werk van maken. We praten hier al heel lang over. Er zijn stapels rapporten geschreven. Je kunt er een bibliotheek mee vullen. We zijn als V&VN Verzorgenden zo vaak gevraagd om inbreng te leveren. Nu wordt het toch echt tijd voor daden in plaats van mooie woorden.”
Een vuist maken
Verzorgenden vertegenwoordigen een groot gedeelte – een derde – van de leden van V&VN. Het is belangrijk dat verzorgenden die lid zijn van V&VN zich ook aansluiten bij V&VN Verzorgenden. Elly: “Verzorgenden moeten een vuist maken. Juist nu. We hebben te vaak het gevoel dat er óver ons wordt gepraat en niet mét ons. Het is belangrijk dat we meepraten. Verzorgenden zijn immers overal: in de wijk, intramuraal, in het ziekenhuis. We willen staan voor de beroepsgroep, de verzorgenden een stem en gezicht geven. Zodat de zorginstellingen, de politiek, de media, maar ook de verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten binnen V&VN ons horen en zien”, benadrukt ze. “We hebben onze stem laten horen bij het opstellen van kwaliteitskaders en van richtlijnen. Over bijvoorbeeld adl-zorg en communicatie bij dementie. Het is ontzettend belangrijk dat dit gebeurt. Want verzorgenden moeten uiteindelijk met deze richtlijnen kunnen werken”, vult Marita aan. “En wij vinden dat de rauwe werkelijkheid van alle dag moet worden getoond. Daar hebben wij, als V&VN Verzorgenden, een belangrijke rol in. Verzorgenden werken in veel sectoren en moeten dus op al die plekken van zich laten horen. Daar zetten we ons voor in. Verzorgenden moeten overal zichtbaar zijn.”
Wij kregen die cliënt wél rustig
Het beroep moet straks beter worden beschermd, vinden de drie bestuursleden. Marita: “Iedereen mag de titel ‘verzorgende’ gebruiken, alleen verzorgende IG is een wettelijk beschermde opleidingstitel. Dat moet veranderen en ook voor verzorgende AG gaan gelden. Dat verbetert het imago van het vak. Het laat zien dat we volwaardige zorgprofessionals zijn. Net als de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist. We zijn even belangrijk, we staan naast elkaar”, zegt ze. “Leerling verpleegkundigen zeggen vaak: ‘Maar ík word verpleegkundige.’ Daar begint het al. Ook merkte ik dat een nieuwe mbo-verpleegkundige in ons team niet goed wist om te gaan met ingewikkeld gedrag van een cliënt. Het was iemand die al jaren als verpleegkundige werkte, maar op dit gebied gewoon de juiste kennis miste. We hadden elkaar dus nodig, want wij kregen die cliënt wél rustig.” Je moet elkaar aanvullen, volgens Marita. “Dan kom je tot kwalitatief goede zorg.”
Dan kan het opeens weer wel
Soms kiest een organisatie ervoor dat verzorgenden geen voorbehouden handelingen mogen doen. Ze kunnen dan niet het werk doen waarvoor ze zijn opgeleid. Elly heeft daar ervaring mee. “In veel organisaties zijn er in het verleden voorbehouden handelingen uit het takenpakket van de verzorgenden IG gehaald. Die werden vervolgens door verpleegkundigen gedaan. Tot het heel druk werd in coronatijd en wij verzorgenden IG weer moesten katheteriseren. Dan kan het opeens weer wel.” Verzorgenden moeten in de toekomst beter hun mond opendoen, zegt ze. “We hebben in het verleden te weinig geleerd om mee te praten. Het is ook niet verwerkt in onze opleiding. ‘Laat ons maar zorgen’, was het altijd. Zelfs in de teams doen we onze mond niet altijd open. Dat zouden we wel moeten doen. In het team begint onze invloed immers.”
Scholingsbudget voor alle verzorgenden
We moeten meedoen, aldus Marita. “Soms zitten er helemaal geen verzorgenden in de VAR of in de OR. In iedere VAR zou minimaal één verzorgende moeten zitten.” Inderdaad, zegt Hanny. “Dat kan niet alleen ons verzorgenden, maar ook de werkgevers veel positiefs opleveren. Verzorgenden die meepraten in een organisatie zijn gemotiveerder. We kunnen bijvoorbeeld de dienstroosters zelf maken. Meedenken over hoe je cliënten ook bij personeelskrapte goede zorg biedt. En meedenken over de scholing die we nodig hebben om die zorg te leveren. Er is nauwelijks scholingsgeld beschikbaar voor ons, terwijl verpleegkundigen dat vaak wel krijgen.
Er moet een persoonlijk scholingsbudget komen voor alle verzorgenden, op hetzelfde niveau als dat van verpleegkundigen.” Niet voor niets kiezen veel verzorgenden uit onvrede voor een bestaan als zzp’er of flexmedewerker. Met hen worden de gaten in het rooster opgevuld. Zelfstandigen kunnen ‘ja’ of ‘nee’ zeggen als er op hen een beroep wordt gedaan. Hierdoor krijgen verzorgenden in vaste dienst soms vervelende werktijden. Bovendien willen veel zzp’ers bepaalde taken niet meer doen en zijn ze vaak minder betrokken, merkt Marita. Hanny: “We moeten mensen vasthouden zodat ze geen zzp’er worden.” Marita: “Werkgevers moeten veel meer hun best doen om verzorgenden te behouden. Dat betekent: veel meer aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en voor onze arbeidsomstandigheden. Er moet veel beter op worden gelet dat we genoeg tijd hebben om onze rollen en taken te vervullen. En beter beloond worden.” Elly: “Er moet ruimte komen om dingen zelf te regelen. Ruimte om te reflecteren, doelmatiger te werken, om baas te worden in ons eigen vak.”
Logisch als verzorgenden voorop lopen
Nederland vergrijst. Het beroep van verzorgende wordt hierdoor alleen nóg maar belangrijker. De driehoek zorgvrager, mantelzorger en zorgprofessional moet in de toekomst veel sterker worden. Marita: “We moeten mantelzorgers meenemen in dat proces. Zo voelen zij zich betrokken én worden wij een beetje ontlast. We kunnen bijvoorbeeld een familielid instrueren hoe een cliënt met slikproblemen te helpen bij de voeding. Sommige instellingen vinden dat nog eng. Het is logisch als wij verzorgenden hierin voorop lopen. Het past goed bij onze kerntaken. Hiervoor is natuurlijk wel scholingsbudget nodig. Ook zou het goed zijn om meer gebruik te maken van digitale tools die ons werk makkelijker maken. Dat kunnen sta op toiletten met spoel-föhn-functie zijn, scanners om bloedsuikerwaarden af te lezen, maar ook het verder ontwikkelen en vereenvoudigen van het ECD.”
Bron: V&VN Magazine 5-2021 | Tekst: Annemarie van Dijk & Joost Dekkers | Foto: Milan Vermeulen, Roos Koole & Marije Kuiper
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.