Zo begeleid je een cliënt bij bewust stoppen met eten en drinken
- 18 april 2024
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
Soms wil een cliënt niet langer eten en drinken om zo beëindiging van zijn leven te versnellen. Een emotioneel proces, ook voor de naasten, waarin wij als verpleegkundigen, verzorgenden of verpleegkundig specialisten een belangrijke rol spelen. De herziene handreiking ‘Zorg voor mensen die bewust stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’ helpt zorgprofessionals om de cliënt en zijn naasten op een zorgvuldige manier te begeleiden.
“Heeft een cliënt een vraag over zijn levenseinde, dan is het belangrijk om goed en open te bespreken hoe hij zelf zijn levenseinde ziet. En, als de cliënt dit nadrukkelijk wenst, welke wegen te bewandelen zijn om het levenseinde te versnellen”, zegt Erik Dierink (51), verpleegkundig specialist AGZ bij TriviumMeulenbeltZorg. Hij zat in de commissie die de herziene handreiking heeft ontwikkeld omdat de vorige uit 2014 was verouderd. “Euthanasie is niet passend voor iedereen. Ook door de strikte afspraken waaraan behandelaren zich terecht moeten houden. Wij kunnen dan als alternatief bewust stoppen met eten en drinken noemen. Iemand hoeft hiervoor niet per se lichamelijk ziek te zijn. Mensen die levensmoe zijn of een psychiatrische stoornis hebben, kunnen ook kiezen voor bewust stoppen met eten en drinken.”
Alleen maar strijd
Bewust stoppen met eten en drinken kan, net als euthanasie, een moeilijk en emotioneel proces zijn, benadrukt Dierink. “Leidend in het besluit om zijn levenseinde te versnellen, is de cliënt. Maar als naasten de doodswens niet willen respecteren, is dat soms heel moeilijk en lastig. Familie blijft vaak pushen om de cliënt toch te laten eten. Dat is logisch: je wilt iemand van wie je houdt niet laten gaan. Dat begrijp ik ook.”
“Zo had ik eens een cliënt wiens dochter erop aandrong dat haar vader zou blijven eten. Eten is voor veel naasten het laatste wat je iemand nog kunt aanbieden. Gezamenlijk eten geeft een goed gevoel. Dat gevoel was belangrijk voor de dochter, maar de vader nam steeds meer een afwerende houding aan. Op het laatst was het alleen maar strijd. Dan moet je als zorgprofessional het gesprek aangaan: ik zie dat dit proces voor jullie beiden niet prettig verloopt. Er is alleen maar verdriet. Zelf probeerde ik de dochter in meerdere gesprekken te laten wennen aan de keuze van haar vader. Zodat ze toegroeide naar acceptatie.”
Daarna voel je een bepaalde rust ontstaan, zegt Dierink. “Dat maakt het proces niet minder moeilijk of verdrietig, het gaat ook niet sneller, maar wel op een betere manier.”
De wens van een cliënt om versneld te sterven, levert soms ook spanning op in zorgteams zelf, zegt Dierink. “Als een cliënt bewust besluit te stoppen met eten en drinken, moet je hier ook met je collega’s goed over praten: welk effect heeft dit besluit op jou zelf? En op het hele team? Zijn er collega’s die er niet achter staan, of die het moeilijk vinden om dit beleid uit te voeren? Het gaat erom dat je uiteindelijk een gezamenlijk beleid uitdraagt, samen op één lijn staat.”
Opvallende aanpassing
Onderschat in elk geval niet jouw eigen rol in dit proces, zegt Dierink. “Tien jaar geleden spraken we nog niet over de verpleegkundig specialist en de physician assistant als regiebehandelaar, zoals ze nu wel in de herziene handreiking beschreven staan. Onze beroepsgroep groeit snel en we kunnen diverse taken overnemen van de arts.”
Dierink somt nog een aantal veranderingen in de nieuwe handreiking op: “Het hoofdstuk over hoe je handelt bij cliënten die wilsonbekwaam zijn is nu veel uitvoeriger en duidelijker verwoord. Ik maak regelmatig mee dat cliënten met dementie eten en drinken weigeren. Vaak lijkt dit onbewust te gebeuren, maar toch is het gedrag van de cliënt leidend voor jouw verdere acties. Je stopt met aanbieden als iemand pertinent weigert om iets in te nemen. Het volgende eetmoment probeer je weer wat aan te bieden, maar als de cliënt opnieuw niets wil eten, accepteer je dat.”
Een andere, opvallende aanpassing is dat de leeftijdsgrens van zestig jaar is losgelaten. “We raden mensen jonger dan zestig niet meer af om bewust te stoppen met eten en drinken. Mensen jonger dan zestig zijn over het algemeen beter gevoed en beter gehydrateerd. Daardoor kan het sterfproces langer duren, met meer bijwerkingen en ongemak. Ook dat vergt extra aandacht in de begeleiding.”
IJsblokje of verstuivertje
In de herziene handreiking staan praktische adviezen en handvatten die je helpen de cliënt en zijn naasten zo goed mogelijk te begeleiden in zijn laatste levensfase, zowel medisch als verpleegkundig. Dierink: “Zo moet er een schriftelijke wilsverklaring komen waarin staat wat we moeten doen als de cliënt verward raakt en om eten of drinken vraagt. Ook maak je afspraken over de rolverdeling en de ondersteuning van de cliënt en zijn naasten. Stopt de cliënt eenmaal met eten en drinken, dan kun je de medicatie niet meer oraal toedienen. Dus die moet worden gestopt, of op andere manieren worden toegediend.”
In deze fase moet je ook goed oog hebben voor de lichamelijke verzorging. Dierink: “Goede mondzorg is essentieel om klachten door een droge mond en dorst te voorkomen. Poets meerdere keren per dag het gebit en blijf de mond goed inspecteren op infecties. Bij hevige dorstgevoelens kun je de lippen bevochtigen met een ijsblokje of verstuivertje, de cliënt laten likken aan een lolly of de mond spoelen met zout water. Ook is het voor de cliënt prettig als je de uitgedroogde lippen invet.”
Als iemand heel strikt niet meer eet en drinkt, duurt het vaak maximaal twee weken voordat hij sterft. Dierink: “Op het eind kan de verwardheid of sufheid toenemen. Dan moet je inzetten op de juiste medicatie om de cliënt zo comfortabel mogelijk te krijgen. Bij een refractair (onbehandelbaar) symptoom is er indicatie voor palliatieve sedatie.” Het is belangrijk om in deze fase zeer regelmatig contact te hebben met de cliënt en diens naasten om goed te kunnen volgen hoe het met ze gaat en of ze de situatie nog volhouden, besluit Dierink.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.