Titelbescherming
De Wet BIG richt zich op het bewaken van de professionaliteit van de zorgverlener. Daarmee wordt de kwaliteit van zorg bevordert en zijn patiënten beschermd tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners.
De Wet BIG bevat daarvoor een systeem van titelbescherming voor een beperkt aantal beroepsgroepen. Met het voeren van een wettelijk beschermde beroepstitel maken beroepsbeoefenaren aan publiek, zorgaanbieders en verzekeraars duidelijk op welk gebied zij daadwerkelijk deskundig zijn.
Titelbescherming door registratie in het BIG-register
Voor elf beroepen in de gezondheidszorg ontstaat het recht om de beroepstitel te voeren door registratie in het BIG-register.
Deze elf beroepen zijn:
- apotheker
- arts
- fysiotherapeut
- gezondheidszorgpsycholoog
- psychotherapeut
- tandarts
- verloskundige
- verpleegkundige
- physician assistant
- orthopedagoog-generalist
- klinisch technoloog
Deze beroepen worden ook artikel 3-beroepen genoemd, omdat in dat artikel van de Wet BIG het systeem van titelbescherming door registratie vastgelegd is. Met het voeren van een beschermde titel maken beroepsbeoefenaren aan publiek, zorgaanbieders en verzekeraars duidelijk op welk gebied zij daadwerkelijk deskundig zijn.
Iemand mag zich dus niet zomaar als bijvoorbeeld ‘verpleegkundige’ uitgeven maar pas na inschrijving in het BIG-Register. Dat is alleen mogelijk na behalen van het vereiste diploma. De opleidingseisen en een omschrijving van het deskundigheidsgebied voor elk van de elf beroepen zijn in de Wet BIG vastgelegd. Voor de verpleegkundige is dat in artikel 32 en 33. De registratie in het BIG-register vindt niet automatisch plaats. Zorgverleners moeten een verzoek tot inschrijving met hun beroepsdiploma indienen bij het CIBG. Dat is de instantie die in opdracht van het ministerie van VWS de registers voor de verschillende beroepen bijhoudt.
Herregistratie
Iedere vijf jaar dient de zorgverlener zich te herregistreren. Daarvoor is een bepaalde mate van werkervaring (2.080 uur voor de verpleegkundige) of scholing noodzakelijk is. Geregistreerde zorgverleners en ook derden kunnen op verzoek informatie krijgen uit het register. Zo kan men opvragen of een beroepsbeoefenaar met recht de titel voert en of er misschien beperkende voorwaarden op het gebied van de beroepsuitoefening zijn (bijvoorbeeld maatregelen opgelegd door de tuchtrechter). Alle elf beroepen zijn onderworpen aan publiekrechtelijk tuchtrecht.
De beroepsorganisaties van de elf ingeschreven beroepsgroepen mogen onder bepaalde voorwaarden zelf specialismen regelen binnen de beroepsgroep. De minister van VWS kan aan dat specialisme ook titelbescherming verlenen. Dit is geregeld in artikel 14 Wet BIG en verder; deze beroepen worden artikel 14-beroepen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn de verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg en de verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg.
Titelbescherming door opleiding
Daarnaast zijn er nog vijftien beroepen waarvan de opleidingstitels wettelijk beschermd zijn op grond van artikel 34 Wet BIG (daarom ook wel artikel 34-beroepen genoemd). Deze titels mogen pas gevoerd worden na het afronden van de opleiding. De verzorgende individuele gezondheidszorg (verzorgende IG) is één van die vijftien beroepen. De zorgverleners met die beroepen hoeven zich niet in een wettelijk register te registreren. Hun titelbescherming is gebaseerd op het afronden van een erkende opleiding. De opleidingseisen en het deskundigheidsterrein zijn beschreven in aparte overheidsregelingen. Wie een diploma heeft dat aan de eisen voldoet, heeft recht op het voeren van de titel. Volgens de wet mag iemand die bijvoorbeeld geen diploma verzorgende IG heeft gehaald, zich dus geen verzorgende IG noemen.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.